dinsdag 10 juni 2014

Inside information



Aangezien ik wel opensta voor de trends van vandaag, heb ik mij enige tijd geleden ingeschreven op Insiders. Dat is een WOM (word-of-mouth) community die hun leden nieuwe producten laat testen en via allerlei online en offline tools ook hun omgeving daartoe aanzet. Ik zit al even in hun bestand, maar was er nog nooit bij. Tot nu! 

De meeste producten zijn redelijk uniseks (denk vb. aan chips) maar deze was echt wel gericht op de vrouwen. Garnier Fructis heeft 4 nieuwe shampoos en verzorgingen gelanceerd, elk met hun specifieke eigenschap:
- Densify: ze beloven voller en dikker haar, dat veerkrachtig aanvoelt.
- Color Resist: je gekleurd haar zou tot 10 weken houden als je deze shampoo gebruikt. 
- Nutri Repair: met olijf-, advocado- en karité-olie voed je je haar intens in no-time!
- Damage Repair: (te) veel aan de stijltang? Dan is deze herstellende shampoo iets voor jou (pagina van Fructis laat ons hier trouwens even in de steek).

Mensen die me kennen, weten dat ik soms aardig vloek op mijn stijl haar. Ik weet het wel, mensen met plat haar willen krullen en omgekeerd, maar ik zou er niet om malen mocht ik ineens opstaan met een vollere bos haar... En laat dat nu de value proposition zijn van de Densify shampoo! 7 wasbeurten en het zou 'moeten voelen alsof ik meer haar heb' - klinkt veelbelovend! Al moet ik dat natuurlijk ook met een korreltje zout nemen: als ik écht dikker haar wil binnen de week, zet ik beter een pruik op. Maar de shampoo een aantal weken uitproberen kan zeker geen kwaad...

Ik heb de shampoo, de conditioner en een leave-in serum gekregen, alledrie the real deal (tubes in kartonnen doosjes). Daarnaast zat mijn pakket ook vol met flyers, staaltjes, mini-enquêtes voor marktonderzoek, ... kortom, genoeg 'talking-tools' om mijn omgeving ook aan het wassen te zetten. 

Ligt het aan mij of vind ik de Densify tubes het mooiste kleur van de vier hebben (een diep paarsroze)? De shampoo en conditioner zijn allebei shiny white en ruiken fris en fruitig. Zover niets nieuws onder de zon. 

Morgen is het wasdag (toeval? ik dacht het niet), dan kan ik ineens een eerste indruk noteren. 
Can't wait! 

vrijdag 10 januari 2014

Openbaar vertoon

 
De nieuwe locatie van mijn werk noopt me tot het nemen van het openbaar vervoer. De fiets kan ook, maar zolang ik nog geen dekzeil – pardon poncho – in mijn kleerkast heb hangen en dus de kans op de verzopen kat look tijdens een plensbui heel reëel is, kies ik voor de bus. The lesser of two evils, zeg maar.
Een eerste ontmoeting met die busrit verliep wat aarzelend, maar viel heel goed mee. Beter dan de verwachtingen. Tot onlangs. Maandag, meer bepaald (altijd fijn). Mijn lege bus was ineens niet meer zo leeg, noch op tijd of vlot.
Toegegeven, ik was wat aan de late kant vertrokken. Onderweg naar de halte zag ik mijn eerste bus voorbijrijden. Niet gevreesd, dacht ik. Werkweek, dus plenty of busses around. Aha. Not. Na 15 minuten zenuwachtig wachten kwam bus twee eraan. Tsjokkeblok vol. Maar echt. Ik kon nog net een plaatsje bemachtigen naast een bomma met heel veel zakken. Halfacht en ons bomma slaagt erin drie supermarkten bezocht te hebben. Moet je mij toch eens uitleggen.
Ten derde was er het lawaai. Niets geen rustig wakker worden meer. Mensen aan de telefoon, jongeren die met elkaar in gesprek verwikkeld zijn, muziek in een koptelefoon waarvan de hele bus kan meegenieten. Als je nog niet wakker bent, dan ben je het wel na die busrit.
And last but not least: de rijrichting. De bus rijdt vooruit, uiteraard. Alleen zat ik in de tegenovergestelde richting. Vooraan. Op een verhoogje. De hele bus zat mij (onbedoeld) aan te staren. Met als gevolg dat ik naar buiten ben gaan kijken. De hele rit lang.
Bij het uitstappen duwde ik mijn nek terug op zijn plaats en deinde mijn maag nog mee op het schokkerige ritme van de bus. Want dat heb je dan ook met werkweken. Automobilisten, fietsers en andere deelnemers in het verkeer zijn massaal aanwezig, net als hun vele fratsen en capriolen. Rode lichten negeren, kruispunten blokkeren, dubbel parkeren op de meest ongunstige plaatsen,…
Om het kort samen te vatten: ik zit terug op mijn fiets. Het zijn solden in Decathlon. Die poncho hangt vanavond in mijn kast.

Openbaar vertier

Ik ben verhuisd. Niet met het Lief, maar met het werk. Waar ik vroeger liederlijk te voet of met een Stads Velo naar mijn werk kon, moet ik nu een heuse fiets bovenhalen of bij slecht weer het openbaar vervoer nemen.
In de eerste week pendelen besloot ik in een sportieve bui de fiets te nemen. Mijn stalen ros werd gepimpt met de nodige toeters, bellen en fietszakken en ik was vertrokken – letterlijk en figuurlijk. Een klein halfuurtje van deur tot deur, wat beweging kan nooit kwaad.
Maar toen kwam de wind. En de voorspelling van wat regen. En ondertekende wou ook wel eens 1 dag met een schappelijk kapsel aankomen, om nog maar te zwijgen over de snelgroeiende berg was die de dagelijkse sportieve uitjes met zich mee bracht.
Dan maar de bus. Er een hele goede verbinding tussen mijn appartement en mijn werkplek en daar besloot ik mij aan te wagen. De trein, tot daar aan toe. Maar de bus... Geen fan van. Met een torenhoog vooroordeel stapte ik de bus op. Maar zie, mijn eerste rit verliep heel vlot en rustig. Niet moeilijk ook, als je een doop kiest tijdens een schoolvakantie. Ik had de bus bijna voor mij alleen. Zoals Spike uit Notting Hill zou zeggen “Not bad, not bad at all.”
En zo geschiedde het dat ik een paar dagen de bus nam, heen en terug. ’s Ochtends op het gemak wakker worden, ’s avonds nog even namijmeren. Op die grote, lege bus. Plezant.
Ware het niet dat schoolvakanties ook een einde kennen, en de meute pendelaars die ik tot op heden nog nooit had gezien, ineens op MIJN bus zaten. Een eerste aanvaring – euh ervaring die kan tellen. En waarover ik zal vertellen in mijn volgende blogartikel.
Busje komt zo tijdens werkweken? Yeah right.